Image Val Duchesse / Hertoginnedal

Historische schets van Hertoginnedal

Na de dood van Hendrik III van Brabant, sticht zijn weduwe Aleidis van Bourgondië de eerste priorij van de dominicanessen. Het klooster krijgt de naam “Hertoginnedal” (Val Duchesse) als eerbetoon aan haar stichtster.

Op 11 april 1275, erkent Paus Gregorius de stichting van de priorij.
In 1562 wordt het klooster geplunderd en in brand gestoken
In 1566 en een tweede maal in 1578, ruilen een zestigtal kloosterlingen noodgedwongen de priorij voor een schuilplaats in Brussel.
Vanaf 1713 breekt een lange periode van vrede aan en Hertoginnedal kan enige welstand verwerven.
In mei  1782 geeft Jozef II het bevel om het klooster te sluiten. Ingevolge de Franse Revolutie van 1789 wordt het klooster volledig vernield.

Op 21 oktober 1903 tekent Charles Dietrich, wisselagent en vice-consul van Noorwegen de koopakte van het schitterend domein Hertoginnedal in Oudergem.
Onder leiding van architect de Vigne starten de werken om het kasteel in Lodewijk XVI-stijl te restaureren en te vergroten tot een weelderige woonst en deze smaakvol in te richten, te decoreren en te bemeubelen.
Ook het park wordt onder handen genomen door de landschapsarchitect Louis Breydel, waardoor het domein een van de mooiste buitenverblijven rond Brussel wordt.

In 1930 schenkt Charles Dietrich het domein van 25 hectare aan de Koninklijke Stichting.
Wat is nu precies de “Koninklijke Stichting”. (zie hieronder)

 

De Koninklijke Stichting

In 1910, op het eind van zijn leven, besluit koning Leopold II zijn vele gronden, kastelen en eigendommen aan het land te schenken. De voorwaarden waren dat de gronden en de gebouwen nooit mochten worden verkocht, dat sommige hun functie en uitzicht moesten bewaren en ter beschikking moesten staan van de troonopvolgers.
Vandaag is de Koninklijke Stichting een autonome openbare instelling met rechtspersoonlijkheid en financiële onafhankelijkheid. Zij regelt dus haar eigen inkomsten en uitgaven en zorgt voor het beheer van de goederen en voor personeel.

 

Priorij

Wanneer Charles Dietrich het domein in 1903 koopt, zijn een deel van de ringmuur en een aantal landelijke gebouwen de enige getuigen van de vroegere bewoning.
De gebouwen die nu bekend staan als de ‘Priorij’ zijn de heropgebouwde bijgebouwen (stallen en remises).
In 1915 neemt Charles Dietrich de architect Albert Roosenboom onder de arm om het gebouwencomplex te vergoten.
Van die tijd dateren de halfcirkelvormige ingang van de zes kolommen rust, de linkervleugel met het salon op de benedenverdieping en de kamers erboven.
In de plaats van de vroegere kerkhof achter  het gebouw legt Charles Dietrich een tuin met perken aan in Renaissancestijl”.

 

Het Kasteel

Het kasteel zoals we het vandaag kennen is het resultaat van veelvuldige veranderingswerken in evenzoveel architectuurstijlen. De zuidvleugel in Lodewijk XVI-stijl zou het oudste gedeelte zijn (1780). Het is een overblijfsel van de vroegere priorij die onder Impuls van Marie-Cécile de Neufforge werd opgericht.

De inkomhal is opmerkelijk vanwege de muur-en vloerbekleding in hoogwaardig marmer (groen marmer uit Aosta, wit marmer uit Carrara en rose marmer uit Portugal).

Aan de parkzijde bevindt zich het gulden salon van Lodewijk XVI-stijl met de monogrammen van Charles Dietrich en Edmond de Vigne.

Rechts van de Gulden Salon bevindt zich de Hollandse Zaal met keramische tegels in Delfts blauw. De vijf ramen met loodglas zijn voorzien van een rodel dat spreuken van Jacob Cats uitbeeldt(staatsman die in 1577 werd geboren in Brouwershaven, Zeeland).

Tegenover het Gulden Salon is de bibliotheek of het bureau van Charles Dietrich in Vlaamse neorenaissance.
De met linnen beklede muren zijn versierd met talrijke motieven die verwijzen naar “het fortuin”, een toespeling op Dietrich’s beroep van wisselagent.

Op de schoorsteenmantel die versierd is met sterren prijkt het devies van Charles Dietrich “Posteo-on-sequor”. Toen hij het domein schonk aan de Koninklijke Schenking werden hem adellijke gunsten toegekend en mocht hij de titel van baron voeren. Hij koos als devies “ik kom daarna (maar) volg niet, waarmee hij bedoelde ik kom na de kloosterlingen maar sla een andere weg in.

Het Vlaamse Salon is afgewerkt met eikenhouten lambriseringen. De bordesdeuren die uitgeven op het park bevatten ramen in loodglas waarin spreuken en fabels van la Fontaine zijn uitgebeeld.
Het Vlaamse Salon en de Gotisch Salon zijn verbonden door een in witte steen uitgesneden boog. Architect Edmond de Vigne voorzag hier in zijn plannen voor deze vleugel een “biljardkamer”.

 
De verdragen van Rome: “Het ontstaan van de Europese Unie

De Koninklijke Schenking stelde in 1956 en 1957 het kasteel ter beschikking van de intergouvernementele conferentie over de Gemeenschappelijke Markt en Euratom. Bijeen waren de onderhandelaars van Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Nederland en België. Deze zittingen waren een belangrijk moment in de ontstaansgeschiedenis van de Europese Unie. België speelde een sleutelrol in het verzoenen van de verschillende versies over de toekomst van Europa. De zittingen in Hertoginnedal, onder het voorzitterschap van Paul-Henri Spaak, toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken van België, leverden de teksten van de Europese verdragen die op 25 maart 1957 in Rome ondertekend werden en waarbij de Europese Economische Gemeenschap en Euratom tot stand kwamen.