Logo of the Belgian Federal Authorities

Historische schets van Hertoginnedal

Na de dood van Hertog Hendrik III van Brabant in 1261 besloot zijn weduwe, Adelaïde van Bourgondië, een plaats van vrede en devotie te creëren nabij de Sint-Annakapel in het gehucht Oudergem om haar verdriet te boven te komen. Zo stichtte zij een priorij van Dominicaanse zusters, die "Val Duchesse" werd genoemd ter ere van haar adel en de geografische ligging aan de oevers van de Woluwe.

Dit klooster aan de rand van het Zoniënwoud bloeide snel op en werd een belangrijke grootgrondbezitter. Gespaard door oorlogen en welvarend gedurende de eerste drie eeuwen van zijn bestaan, werd het in 1562 geplunderd en verbrand, waardoor de zusters naar Brussel moesten vluchten. In 1566 en opnieuw in 1578 moesten de zusters opnieuw onderdak zoeken. Het klooster werd later geplunderd door verschillende legers die het huidige België bezetten tijdens de 17e eeuw.

Vrede en welvaart keerden terug tijdens het Oostenrijkse tijdperk, vanaf 1713. De zusters begonnen hun klooster te herbouwen en hun levenswijze te herstellen. Echter, bij decreet van keizer Jozef II van Oostenrijk in mei 1783 werd de sluiting van het klooster bevolen. Ondanks een korte terugkeer vanaf 1790, werd de priorij in 1796 verboden door de Franse revolutionairen voordat het werd verkocht. De gebouwen werden geleidelijk vernietigd.

Op 21 oktober 1903 bracht Charles Dietrich, een effectenmakelaar en vice-consul van Noorwegen, het domein weer tot leven door het te kopen. Onder leiding van architect de Vigne begon het restauratie- en uitbreidingswerk, waardoor het kasteel werd getransformeerd tot een weelderige residentie, smaakvol ingericht en gemeubileerd. Het park werd heringericht door landschapsarchitect Louis Breydel, waardoor het domein een van de mooiste vakantieplekken rond Brussel werd. In 1930, bij zijn dood, schonk Charles Dietrich het 25 hectare grote domein aan de Koninklijke Schenking.

Priorij

Toen Charles Dietrich het domein in 1903 verwierf, getuigde alleen een vleugel van het kasteel, een deel van de ommuring en enkele landelijke gebouwen nog van de bezetting van de site. Het gebouw dat nu de 'Priorij' wordt genoemd, is het resultaat van de reconstructie van agrarische bijgebouwen (stallen, schuren, stallen en varkenshokken). In 1915 gaf Charles Dietrich architect Albert Roosenboom de opdracht om het architectonische ensemble te herbouwen en uit te breiden. Dit is het moment waarop de hemicycle rustend op zes zuilen die de ingang markeren verscheen, met het linker deel dat de woonkamer op de begane grond en de slaapkamers boven herbergt. Rechts van de hoofdingang voerde hij andere bijgebouwen uit, eindigend met een gewelfde overdekte doorgang. Achter het gebouw verving Charles Dietrich de oude begraafplaats door een Renaissance-stijl compartimententuin.

Het Kasteel

Het huidige kasteel, het resultaat van talrijke transformaties in de loop van de tijd, presenteert verschillende architecturale stijlen. De zuidvleugel, in Theresiaanse stijl, lijkt het oudste (1780) en zou een overblijfsel zijn van de oude priorij, opgericht onder impuls van Marie-Cécile de Neufforge. Binnen, op de begane grond, is de hal opmerkelijk vanwege de kwaliteit van de marmer die wordt gebruikt om de muren en vloeren te bedekken (groen marmer uit Aosta, wit marmer uit Carrara en roze marmer uit Portugal). Er is ook een Louis XVI-geïnspireerde woonkamer, de gouden salon, met de monogrammen van Charles Dietrich en Edmond de Vigne. Rechts van de Gouden Salon is de Nederlandse kamer bedekt met blauwe Delftse keramische tegels. De vijf loodglasramen zijn uitgerust met rondellen die de Spreuken van Jacob Cats illustreren. Tegenover de Gouden Salon bevindt zich de bibliotheek of het kantoor van Charles Dietrich, in neo-Vlaamse Renaissance stijl. De met canvas bedekte muren zijn versierd met talrijke motieven gewijd aan het thema van fortuin, die verwijzen naar zijn geldgerelateerde beroep. De schoorsteenmantel is versierd met sterren en we kunnen lezen "Posteo-non-sequor", het motto van de baron: "Ik kom na (maar) volg niet." Met

De verdragen van Rome: “Het ontstaan van de Europese Unie

De Koninklijke Schenking stelde in 1956 en 1957 het kasteel ter beschikking van de intergouvernementele conferentie over de Gemeenschappelijke Markt en Euratom. Bijeen waren de onderhandelaars van Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Nederland en België. Deze zittingen waren een belangrijk moment in de ontstaansgeschiedenis van de Europese Unie. België speelde een sleutelrol in het verzoenen van de verschillende versies over de toekomst van Europa. De zittingen in Hertoginnedal, onder het voorzitterschap van Paul-Henri Spaak, toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken van België, leverden de teksten van de Europese verdragen die op 25 maart 1957 in Rome ondertekend werden en waarbij de Europese Economische Gemeenschap en Euratom tot stand kwamen.

Deze website gebruikt een cookie voor de goede werking ervan te garanderen.